Microklimaat

De druiven voor veel van onze wijnen worden geteeld op de steile flanken en uitlopers van de Sierra Nevada in Andalusië (o.a. Alpujarras, Sierra de Contraviesa, Sierra de Gador en Altiplano de Sierra Nevada). Wij bieden o.a. wijnen van de hoogste wijngaarden van het vasteland van Europa op wel zo'n 1400 meter hoogte.

De hoogste toppen van de Sierra Nevada zijn meer dan 3000 m hoog en bedekt met eeuwige sneeuw. Dit heeft effect op het microklimaat. Maar ook andere gebieden in Zuid-Spanje bieden een 'cool climate', zoals in de Gredosbergen bij Madrid en het binnenland van Alicante en Valencia, waar het ook al gauw 1000 meter hoog is.

Zeer veel zon, weinig regen

Onze vaak hoger gelegen wijnstreken hebben een buitengewoon goed klimaat voor druiventeelt. De wijngaarden bevinden zich dus bijna altijd hoog (vanaf circa 600 meter) en vaak zeer hoog (tot wel circa 1400m). Veel wijngaarden liggen ook dichtbij de Middellandse Zee of de Atlantische Oceaan. Door de geografische ligging van de wijngaarden én de vaak grote hoogte hebben de druiven te maken met warme dagen, zeer veel zon en weinig regen, maar óók relatief koude nachten. Deze zorgen ervoor dat de wijnen voldoende zuren kunnen ontwikkelen. De (kalk)bodem is vaak geschikt om de spaarzame regen op te vangen. De druivenstokken ontwikkelen lange wortels om bij het water te komen. De wijnen zijn daardoor vaak mineralig, krachtig en geconcentreerd. Door de hoge suikergehaltes van de druiven (door de vele zon) hebben de wijnen vaak wel een wat hoger alcoholpercentage.

Al een kleine 3000 jaar wordt er in Zuid-Spanje wijn verbouwd.